Verhaal: De Erfenis van Helena de Vree

Een valsche handteekening.

Uit het Boxmeerse Weekblad van 25-3-1933

De erfenis van Tante Leen

Op 25 augustus 1931 overleed Helena de V., die jarenlang huishoudster was geweest van Pastoor van Delft te St Anthonis en bij Notaris Jhr. Van Sasse van IJsselt te Boxmeer een testament had laten maken voor de verdeeling van de achtduizend gulden, die Leen zich in het ondermaansche had weten te vergaren.

Na haar dood waren er natuurlijk de erfgenamen als de kippen bij om hun part van de nalatenschap van tante Leen.

Broer Bart

En nu gebeurde het dat Leen haar broer Bart de V., een schoenlapper uit Princenhage, met een schuldbekentenis van z’n overleden zuster kwam. Ze zou hem dat stuk, met haar naam onderteekend, hebben ter hand gesteld en gezegd dat ze hem twee duizend gulden schuldig was en “waarvan” dat kwam er niet op aan; Bart had er recht op. Dies kwam Bart om de 2000 pop, maar dat bracht voor de nichten en neven dan toch wel een kink in den kabel en ze keken sip.

De notaris had Leen óók niets hooren zeggen over een vordering van haar broer en ten slotte vertrouwde men Bart en z’n papierke niet en zowaar, toen de schuldbekentenis werd onderzocht door een schriftkundige dr. Waegeningh te Maastricht, bleek de handteekening valsch te zijn en had Bart dus zelf het papiertje beschreven!

Wegens valschheid in geschrifte, werd hij door de Rechtbank te Breda, veroordeeld tot 4 maanden gevangenisstraf, van welk vonnis hij in hooger beroep kwam.

We kregen de erfgenamen voor het gerechtshof te zien, incluis Bart, die vreeselijk grimmig en nijdig keek en sprak. Zijn neef verweet hem dat hij liever lui dan moe was …..

Bart woest, noemde zijn neef een deugniet, één die een meineed deed. Zoo duurde het “mondgevecht” voort om de erfenis van die goeie Leen.

Als getuigen werden mede gehoord notaris Jhr. Van Sasse van IJsselt te Boxmeer, pastoor van Delft en dr. van Waegeningh. De adv.-gen, eischte bevestiging van ’t vonnis.

De verdediger pleitte vrijspraak en beriep zich bij zijn betoog op de tegenspraak onder de deskundigen bij het onderzoek van het schrift in de zaak Eschauzier. Verdachte was reeds 62 jaar en had nog nooit een veroordeling noodig gehad. En dat hij lui zou zijn en niets bezitten? Hij was nu schoenmaker, maar was eens klokkenluider, orgeltrapper en deed dus alles om te verdienen. De uitspraak werd bepaald op 3 april a.s.

Aanvulling op dit krantenartikel.

In dit krantenartikeltje betreft het een erfenis van Helena Antonia de Vree, geb. 23-11-1862 Princenhage, overl. 25-8-1931 Boxmeer (68 jr), ongehuwd, huishoudster van Pastoor van Delft in St Anthonis. Waarschijnlijk is ze gelijktijdig met Pastoor van Delft in 1927 naar St Anthonis gekomen. Helena is hier in St Anthonis begraven en haar graf is dankzij de heemkundekring bewaard gebleven.

Helena had 2 broers (Franciscus Johannes) en Bartholomeus Marinus (Bart) en 1 zus Cecilia Adriana. Verder heeft ze nog een broertje gehad (genaamd Bartholomeus), die na 2 dagen al op 4-4-1865 te Princenhagewas gestorven. Van haar oudere zus Cecilia Adriana, geb. 26-2-1860 in Princenhage, is helemaal niks bekend. Haar oudste broer Franciscus Johannes,geb. 20-10-1857 in Princenhage, was getrouwd met Antonia de Ridder uit Etten Leur, maar was op 13-3-1917 al in Princenhage overleden. Haar andere, jongere, broer Bart, geb. 22-4-1869 Princenhage, de hierbovengenoemde veroordeelde, was getrouwd met Maria Philemena van den Bosch, had 5 kinderen waarvan er 2 dood zijn geboren. Ten tijde dat bovengenoemd verhaaltje zich afspeelt, was Bart inmiddels al weduwnaar want zijn vrouw was op 6-3-1928 in Princenhagereeds gestorven.

De hoogte van het geldbedrag, wat broer Bart claimde, zijn in de diverse krantenknipsels die hierover gevonden (en bewaard) zijn, steeds verschillend. De ene keer wordt er over 2500 gulden gesproken maar ook een bedrag van 2800 gulden wordt genoemd.De originele aanklacht heb ik niet kunnen vinden. Ook heb ik het testament van Helena Antonia nog niet kunnen vinden.

De vader van Helena Antonia, geboren in 1823 in Grave, was reeds op 13-4-1884 te Princenhage op 61 jarige leeftijd gestorven en haar moeder Maria Schraff, geboren in 1827 in Weesp, was al op 13-8-1893 te Princenhage gestorven. Zij was slechts 66 jaar. Als laatste kan verteld worden dat de grootvader van moeders kant, Bertram Schraff een duitse schippersknecht was, die in Bonn was geboren en op 25-12-1825 te West getrouwd was met Maria Alderding uit Weesp. De uiteindelijke veroordeling op 3 april 1933 is ook nog niet gevonden.

Later toegevoegd:

Bartholomeus de Vree had als 10 jarige al voor 14 dagen opgesloten wegens eenvoudige diefstal. In het Inschrijvingsregister gevangenen, Gevangenissen in Breda, 1815-1940 staat o.a. vermeld dat Bart de lagere school heeft gevolgd, dat hij 1,39 meter lang is, kleur = bleek en haarkleur = lichtblond.Hij zat vast van 10 t/m 24 november 1879 te Breda. Het was de eerste keer dat hij gevangen is gezet.